Faalangst komt bij kinderen en volwassenen voor. Faalangst is de angst om een fout te maken, iets niet te kunnen of af te gaan in de ogen van anderen. Deze angst is heel vervelend en kan je erg belemmeren. Daarom help ik je graag van de angst af.
Daarnaast zit in dit traject het ICARUS traject. Icarus komt uit de Griekse Mythologie: nadat Icarus en zijn vader gevangen werden gehouden bouwde zijn vader Deadalus, grote vleugels van hout, was en veren, hij waarschuwde zijn zoon dat hij niet te dicht bij de zon mocht komen omdat de was dan zou smelten. Icarus werd overmoedig en kwam te dicht bij de zon waardoor de was smolt en Icarus de zee in viel.
Dit traject van 10 dagen helpt bij faalangst en het herkennen van negatieve gedachten die bij de eigenschappen van het kind horen.

Faalangst
Bij kinderen en jongeren die moeite hebben met zelfvertrouwen speelt vaak ook faalangst een rol. Als je weinig zelfvertrouwen hebt, ben je sowieso gevoeliger voor het ontwikkelen van faalangst. Faalangst komt veel voor: ongeveer 1 op de 10 kinderen heeft hier last van.
Er zijn 3 verschillende typen faalangst. Dit zijn:

  • Sociale faalangst: angst om door anderen te worden afgewezen/uitgelachen
  • Cognitieve faalangst: angst om te falen bij prestaties of om nieuwe informatie of een uitleg niet te begrijpen
  • Motorische faalangst: angst om te falen bij lichamelijke oefeningen of opdrachten

Bij faalangst komen vaak irrationele gedachten zoals: anderen mogen nooit zien dat ik een fout maak, ik moet het perfect doen, als ik een fout maak dan zal niemand het ooit vergeten.
We gaan in dit traject aan de gang met het herkennen en voelen opkomen van de faalangst, het onderzoeken van de irrationele gedachten en deze omzetten en het omgaan met de spanningen.

Icarus traject
In dit traject gaan we kijken naar opdringende gedachten zoals ‘ik kan toch niks’ of ‘ik hoop dat ze niet naar me kijken’. We gaan deze gedachten als losse dingen zien, die we gaan herkennen en die we gaan ‘omdenken’. We gaan kijken waar deze probleemgedachten vandaan komen en hoe we het zouden vinden als iemand anders zo tegen je zou praten. Dan gaan we met deze gedachten in gesprek, verlegenheid heeft bijvoorbeeld een beschermende functie, maar dit hoeft niet zo ver door te slaan. We gaan de gedachten geruststellen en er mee om leren gaan.